Ergens gaandeweg verlies je het. Je vermogen om te spelen. Om spel te zien in alles.
Het fascineert me hoe dat proces verloopt.
Als mijn kinderen ergens wat ‘vrije tijd’ hebben, er wordt even niks van ze verwacht, dan gaan ze spelen.
Overal en altijd. Ongeacht met wat er is. Of vooral wat er niet is.
Ze spelen op een bankje in het park. Ze spelen op een veld met alleen bomen. Ze spelen in een wachtkamer met slechts 1 kralenrek.
De gave om overal te kunnen spelen, waarom verliezen we die?
Ik was jarenlang een turnmeisje. Overal waar ik een open ruimte zag kreeg ik een onbedwingbare behoefte om een radslag, overslag of handstand te maken.
Ik kan constateren, ik ben nu 36, die behoefte voel ik nergens meer. Terwijl ik thuis een behoorlijk grasveld in de tuin heb liggen.
Die drang om daar s ochtends, zodra ik het grasveld door het raam heen zie, op en neer te gaan hupsen… die is echt weg.
We hebben in de hoek van dat grasveld een trampoline staan. Ik kijk er regelmatig naar op de dagen dat ik vanuit huis werk en even koffiepauze neem.
Waarom loop ik er niet heen en maak ik een paar sprongen? Waar is die drive gebleven?
Mijn kinderen, maar ook de meeste kinderen die hier komen spelen, hebben een natuurlijk aantrekkingskracht tot die trampo. Éven springen. Spelen.
Is het een soort sociale conditionering? Hoe ouder je wordt hoe minder je geacht wordt te spelen?
Waarom maak je op de basisschool ‘speelafspraakjes’ en noem je dat op de middelbare school ineens gewoon ‘afspreken’?
Waarom kun je op de basisschool soms de minuten aftellen tot je weer mag buiten spelen en wil je op de middelbare school vooral hangen en is rennen over het plein ineens gênant?
Ik vind het stom. En tegelijkertijd vind ik het magisch. Die onbedwingbare drive van kinderen om te spelen en overal spel in te zien.
Hou vast zo lang je kan zou ik ze willen zeggen.
En tot mijn opluchting kan ik zeggen dat er ergens in mij altijd een stukje kind is achtergebleven. Nu ik eigen kinderen heb weet ik er beter raad mee.
Want gaan we naar een indoor speeltuin, jep dan is deze moeder met alle plezier ergens in de touwen te vinden.
Zwembad? Ik ga graag mee van de glijbaan, of duik voorwerpen van de bodem op.
Kan ook niet wachten tot ze nog wat groter zijn en we ‘achtbaantjes’ kunnen pakken in walibi. I’m in!
En ik geloof erin dat het pure plezier wat je terug vindt in het spelen voor ons allemaal goed is.
Als je speelt voel je geen stress, verdriet of angst.
Als je speelt heb je plezier.
Hoe het komt dat we ons vermogen om te spelen verliezen, daar ben ik niet uit.
Maar dat het goed is om af en toe even weer dat kind in je naar boven te halen? Dat weet ik zeker!
Kijk dus niet raar op als je me in het speeltuintje ineens boven in het klimrek ziet zitten.
Voor mij inmiddels business as usual. Want al dat spelen smaakt naar meer!
Meer lezen? volg mij op instagram om te zien wanneer er weer een nieuwe blog online staat!