Ik heb genoeg goede eigenschappen, maar geduld is er zeker geen van.
En wat blijkt, als opvoeder is het ontbreken van geduld behoorlijk onhandig.
Want kinderen, en dan met name peuters, vragen vaak véél van je geduld.
Tja, dan heb je aan mij de verkeerde. Het komt daardoor helaas regelmatig voor dat mijn geduld op is. En dan kan ik best een kort lontje hebben. Met diezelfde regelmaat heb ik achteraf altijd spijt. Maar ja. Dan is het al gebeurd. Geen paniek, ik ben bloedzuinig op mijn schatjes dus zal ze nooit kwaad doen. Maar ik kan wel boos worden en mijn stem verheffen.
Of, laat ik eerlijk zijn, ik sta ook wel eens te schreeuwen tegen ze.
Daar ben ik helemaal niet trots op. En ik vind het een vervelend resultaat van het ontbreken van geduld. Gelukkig ben ik ook vaak in staat om wél dat beetje extra geduld op te brengen, of zelf mijn irritatie wat beter onder controle te houden. En dat heeft altijd beter resultaat dan een boze moeder. Maar ja. Een lange dag, vermoeid, de maandelijkse periode, tegenslag etc. zijn allemaal slechte invloeden op mijn toch al beperkte geduld. En als de peuters en kleuters in dit huis dan de kont tegen de krib gooien kan het wel eens wat knetteren.
Zo liep het gister tijdens het avondeten niet helemaal volgens plan. De middelste vond het grappig om op zijn stoel te gaan staan tijdens het eten. Wonderbaarlijk genoeg liet hij zich hier redelijk in corrigeren. Maar ja, het aapje aan de overkant van de tafel wilde dat graag na doen. ‘Staan, Staan’. En hup, ook hij klom op z’n stoel. En zo snel als de trendzetter weer was gaan zitten, zo lang duurde dat bij zijn volgeling. Ondanks mijn duidelijke verzoek dat wel te doen.
Om het allemaal wat te bespoedigen besloot ik z’n riempje toch maar vast te doen. Zo’n riempje wat voorkomt dat ze uit hun stoeltje vallen of klimmen als ze daar fysiek nog niet echt toe in staat zijn. Dat riempje hangt al maanden roerloos aan zijn stoel. En nu ik dacht het nog even te kunnen gebruiken bleek hij er eruit gegroeid. Helaas voor mij. En dus zette hij z’n show voort. En hoe duidelijker ik verbaal en non verbaal liet merken dat het geen spelletje meer was. Hoe grappiger hij het vond. En wat ik ook zei of probeerde hij was niet van plan op een gewone manier aan tafel te blijven zitten. Dat enkele andere tafelgenoten tussendoor de moeite namen om hem aan te moedigen hielp niet erg in mijn geduld.
En toen besloot ik om hem voor het eerst ook even in de bijkeuken te zetten voor een time out. Dat had de jongste telg nog niet eerder bereikt.
Natuurlijk was ik niet van plan hem daar lang te laten maar al toen ik wegliep moest hij huilen. En dat vond de oudste dan weer ‘zielig’. Perfect. Nog wat mede opvoeders aan tafel, net wat ik nodig had.
Uiteindelijk heb ik hem twee keer opgehaald (en teruggebracht). Waarbij mijn humeur steeds verder weg zakte en mijn stemvolume toe nam.
Helemaal toen meneer besloot dat hij nu wel kon gaan ‘pelen’. En in plaats van terug op zijn stoel te gaan zitten regelrecht naar de treinbaan liep.
Pfff. Uiteindelijk keerde de rust weer wat terug en hebben we de maaltijd enigszins vreedzaam kunnen eindigen.
Hier en daar had ik al een glimp van mijn echtgenoot opgevangen. Hij was het eens met het feit dat ik de jongste een duidelijke grens gaf. Dus in dat opzicht voelde ik mij pedagogisch gesteund. Maar ik zag ook dat hij vond dat het allemaal wel iets milder kon. En dan doel ik op mijn korte lontje.
Jep. Vond ik ook, achteraf.
Toen ik s avonds mijn oudste naar bed bracht vroeg hij ‘waarom was je nou boos aan tafel’? ik legde het uit. Maar kon niet echt meer terughalen waarom ik daar nu echt boos om geworden was. En zo vertelde ik hem dat ik misschien ook gewoon een beetje moe was. En dat ik daardoor misschien wel bozer geweest was dan nodig. Hij knikte begrijpend en gaf me daarna een stortvloed aan kusjes. Schatje.
Ja… en zo komen kinderen er langzaam achter dat hun ouders ook maar gewoon mensen zijn en geen superhelden 😉
Prima les. Al nam ik me opnieuw voor toch iets geduldiger te zijn. Wordt iedereen beter van.