Even waren we in de veronderstelling dat onze jongste zoon een schattig nieuw trekje had. Ineens begon hij druk ‘ja’ te knikken als we hem iets vroegen wat hij wilde.
Z’n hele lijfje beweegt mee, grote ogen kijken je aan en met een ferme beweging knikt z’n hoofdje dan ‘ja’. Super handig. En ook heel schattig om te zien.
Wil je nog een cracker? Hup, knikken maar. Bij mama op schoot? Jup, weer knikken. Maar als snel zagen we dat dit nieuwe vaardigheidje gepaard bleek te gaan met de intrede van de twee-is-nee-fase.
Puntje van aandacht is dat onze zoon nog maar 1,5 is. Dus echt nog geen twee. Alhoewel ik de afgelopen jaren al eerder het vermoeden had gekregen dat dit sowieso een fase is die meer loopt van 1,5 tot bijna 3,5 en zich dus echt niet beperkt tot het tweede levensjaar. Wie heeft dat bedacht? Zo raken wij ouders natuurlijk helemaal in de war.
Maar goed. T is een interessante fase. Prachtig natuurlijk dat je kind een stukje autonomie ontwikkelt maar dat betekent dus wel dat je vanaf dat moment ineens veel langer over simpele alledaagse activiteiten gaat doen.
Kom, we gaan even naar buiten. ‘Nee’. We moeten even je luier verschonen, kom je? ‘Nee’. Eet je even je broodje op? ‘Nee’. Ga je mee naar boven, slaapje doen? ‘Nee’.
Pffff. Een paar keer op een dag tot honderd tellen dan maar. Zit weinig anders op.
Want o, wee als je die ‘nee’ negeert. Dan beland je in een nog veel vermoeiender toestand. Het begint vaak met een nog luidere ‘NEE!’.
Maar als je voet bij stuk houdt wil het wel gebeuren dat ze gaan huilen, krijsen, op de grond liggen, spartelen, van je weglopen, iets heel stevig vasthouden of wat het ook maar betreft in die situatie.
Medewerking hoef je dan in ieder geval echt niet meer te verwachten.
En dus, tel je tot 100. Adem je eens diep in en uit en gooi je het over een andere boeg. Dus niet, we gaan even naar buiten, maar ‘weet jij waar jouw laarsjes zijn? Kun jij die al zelf aan doen? oh en is die mooie jas van jou? Wat staat die mooi!’
Ja, het vraagt wat creativiteit maar ook je peuter is te verleiden om uit zijn nee-modus te stappen.
Alleen jammer dat je niet de hele dag de tijd hebt voor dit soort taferelen. En zo kan het dus wel eens gebeuren dat je toch met een krijsend kind over straat gaat, z’n jas nog half open, maar een laars aan z’n voetjes.
Je ziet andere ouders naar je kijken met een blik van ‘been there, done that’. En dat is dan ook meteen het mooie. Zoals met iedere fase waar je kind doorheen gaat. Ooit gaat het weer voorbij. Het is maar een fase 😉