Afgelopen zaterdag was het zo ver. Na weken, maanden van afleveren aan de deur mochten de ouders weer eens een kijkje nemen bij de zwemles van hun kroost.
Uiteraard geen onwil van het zwempersoneel dat dit zo lang geduurd heeft, maar met de vriendelijke groeten van tante C.
Maar goed, laatste half uur van de les was kijkles. Dit is op zich heel onpraktisch als je bedenkt dat de les een uur duurt.
Met andere woorden, wat ga je in dat eerste half uur doen? Nu kun je misschien wat dingen bedenken maar laat ik erbij vermelden dat wij momenteel in de gelukkige omstandigheden zitten dat onze zoon om 8.00u ‘s ochtends zwemles heeft.
Merendeel van de ouders nestelt zich dus even een half uurtje in de auto, handschoenen aan, radiootje aan, telefoon in de hand. Ach ja, je hebt er wat voor over he;)
Zelf ben ik zowaar nog even naar de supermarkt heen en weer geracet voor brood en melk. Lukte precies.
En daar ga je dan, met je mooie blauwe hoesjes om je schoenen. Sinds de eerste kijkles weet ik in ieder geval een ding: laagjes aan. Zodat je zo snel mogelijk een laagje uit kan doen als je eenmaal zit.
Ik keek eens goed om me heen en zag alleen maar ongelooflijk trotse pauwen, de ouders dus. Zag ons zitten met elkaar. Telefoon in de hand, foto’s en filmpjes maken. Duimpjes opsteken naar onze kinders.
Man man, wat kun je toch trots zijn als je kind ineens een soort van borstcrawl blijkt te kunnen (ja ja ze moeten heel wat leren tegenwoordig). Maar wat mooi was het ook.
Het was een apentijd, de meeste ouders hadden net een half uur in de auto zitten koukleumen, en nu weer in de hitte met die lelijke blauwe zakjes om je schoenen. Maar het maakte geen ouder wat uit.
Wat daar in het zwembad gebeurde, dat maakte ons allemaal diep gelukkig. En ik geloof er in. Oprechte aandacht voor je kind. De tijd nemen om te kijken wat hij of zij uitspookt.
Het maakt niet uit dat je als laatste de kant aantikt. Of na een mislukte slag een golf water binnen krijgt waardoor je even niet zo flitsend door het water gaat. Nee daar gaat het niet om.
Het gaat erom dat wij, jullie ouders, trots zijn op wie jullie zijn. Dat jullie al die weken en maanden hebben doorgeoefend in dit zwembad. Zonder onze aanmoediging. Gewoon omdat jullie kanjers zijn.
Omdat jullie alle maatregelen over je heen laten komen en je feilloos aanpassen. Jullie zijn je ding blijven doen. En nu mochten wij even toetreden in jullie wereldjes.
Man man. Wat was dat fijn!
Toen ik aan het eind van de les mijn verzopen katje mee mocht nemen naar de kleedkamers raakte ik niet uitgepraat tegen mijn zoon, wat een kanjer!
Dat ik mijn enthousiasme iets moest temperen bleek wel toen we in de auto terug naar huis zaten. ‘Ja mam, nou weet ik het wel. Je hebt nou wel honderd keer gezegd dat je trots op me bent’.
Ahum. Ja, je hebt gelijk zoon. Ik ben al stil. T zal wel een soort opgespaarde trost zijn van al die weken dat ik het niet met eigen ogen had kunnen zien.
Maar ondanks dat hij het wel een keer genoeg vond, al mijn lofprijzing, zag ik wel een glunderend koppie naast me zitten. Ja. Hij was ook heus zo trots als een pauw dat zijn mama was komen kijken.
En dan maakt mijn hart wel een sprongetje hoor. Wat een rijkdom.
Hoi Ardie, mooi verwoord en zo herkenbaar! Hahaha
Groetjes Saskia
Ja he! jij ook al in je blauwe schoentjes langs de kant gezeten? 🙂